Het lijkt zo’n gewone paddenstoel, het zeer algemeen voorkomend gewoon elfenbankje (Trametes versicolor). Het hele jaar door kunnen we het tegenkomen op stronken en takken van loofhout en soms op sparrenhout. Met zijn veelkleurig gezoneerde bovenkant en witte golvende rand vormt het waaiervormige, dakpansgewijs gerangschikte vruchtlichamen, soms bijna rozetjes, die aan bloemen doen denken.
Zijn Nederlandse naam heeft het elfenbankje waarschijnlijk te danken aan het fluwelige oppervlak: alsof het comfortabele pluche bankjes zijn voor de elfjes in het bos, om op uit te rusten.
Het elfenbankje is een opruimer, een saprofyt, wat betekent dat het met behulp van allerlei enzymen dood materiaal afbreekt tot zijn oorspronkelijke elementen, waardoor deze stoffen weer ter beschikking komen van de andere organismen in de natuur. Het elfenbankje is hier zo goed in, dat het wordt aangewend in de papierindustrie voor de productie van laccase, een lignine-afbrekende stof.
Culinair gezien hebben elfenbankjes nauwelijks waarde. Ze zijn taai en nogal smakeloos en worden daarom, hoewel niet giftig, als niet eetbaar beschouwd.
Minder bekend, en interessant om te weten, is dat het elfenbankje ook bijzondere medicinale stoffen* bevat. Het gaat hier om bepaalde proteoglycanen waarvan is aangetoond dat ze een weerstandsverhogende en antimicrobiële werking hebben. Deze stoffen bevorderen de immuniteit van de cellen en optimaliseren de productie van zogenaamde naturalkillercellen en macrofagen. Extract van het gewoon elfenbankje kan worden ingezet bij bijv. infecties, zwakke weerstand, fybromyalgie, ME en zelfs AIDS. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt verder dat het elfenbankje bij kanker een gunstige invloed heeft door de tumor te helpen bestrijden, uitzaaiingen te remmen en de negatieve bijwerking van chemo en radiotherapie te verzachten.
Maar ook bij ‘gewone’ of chronische vermoeidheid en energiegebrek kan elfenbankje dienen als een heus tonicum, met een algeheel versterkende en stimulerende werking.
Hoe een gewoon zwammetje dus heel bijzonder kan zijn.
(* Bron: Groot handboek Geneeskrachtige Planten van Geert Verhelst)