den

Den, spar of lariks?

We zijn een beetje  in onmin geraakt met onze naaldboombossen sinds er in de jaren 70 van de vorige eeuw steeds meer aandacht kwam voor 'natuurlijke' bossen. De meeste naaldboombossen in onze contreien zijn aangeplant als productiebos, vooral waar ooit heide was. Deze zijn te herkennen aan de rechte indeling van de percelen en de gelijke leeftijd van de bomen. Toch hebben ook naaldboombossen hun unieke waarde omdat ze hun eigen karakteristieke biotoop vormen waarbij specifieke organismen, zoals een grote hoeveelheid paddenstoelen, goed gedijen. Ook zijn het heerlijke plekken om te vertoeven, al is het maar vanwege die typische dennengeur.

En als je dan door zo'n geurend bos wandelt en de verschillende naaldbomen aanschouwt, vraag je je wellicht af welke boom je voor je hebt. Is het een den, spar of lariks? 
Een gemakkelijk te onthouden ezelbruggetje is de welbekende afkorting LSD, waarbij we kijken naar hoe de naalden op de takken staan. Staan ze in groepjes van vele naalden bij elkaar (Legio), staan ze alleen (Single of Solo), of staan ze in paren van twee (Duo)?

Lariksspar

Den 

 

 

 

 

 

 

L. De L van legio staat voor Lariks of Lork. Bij deze boom staan de naalden in groepjes van een groot aantal naalden (Legio) bijeen. De boom is, in tegenstelling tot de meeste naaldbomen, niet groenblijvend. In de herfst kleuren de blaadjes helder oranje en vallen af, om in het voorjaar weer frisgroen aan te groeien. De Europese lork groeit voornamelijk in de bergbossen van midden-Europa, terwijl je bij ons meestal de Japanse lork (foto links) zult tegenkomen, die veelvuldig is aangeplant.

S. Staan de naalden niet in groepjes, maar los van elkaar (Solo of Single) op de tak, dan heb je te maken met een Spar. Een blik op de kegels helpt je het onderscheid te maken tussen een spar (kegel naar beneden hangend) zoals de welbekende Fijnspar (foto midden), en een zilverspar (kegel opgericht op de tak), zoals de Reuzenzilverspar.

D. Bij Dennen staan de naalden meestal in paren bij elkaar (Duo). Dat geldt voor de dennen die je in ons land het vaakst zult tegenkomen, zoals de Grove den (foto rechts), de Corsicaanse den en de zeldzamere Zeeden. Ze zijn van elkaar te onderscheiden door de lengte van de naalden en de grootte van de kegels. De zeeden heeft heel lange naalden (15-25 cm lang) en opvallend grote kegels (10-20 cm). De Corsicaanse den heeft ook vrij lange naalden (12-18 cm) maar veel kleinere kegels (5-8 cm). De Grove den heeft kortere naalden (4-7 cm) en kleine kegels (2-5 cm).
Enkele uitzonderingen op de duo-regel betreft uitheemse dennen die je vooral in parken zult tegenkomen, zoals bijvoorbeel de Weymouthden waarbij de soepele naalden in bundeltjes van meestal vijf staan, of de Westerse gele den, met naalden in groepjes van drie. Bij de Japanse parasolden staan de naalden in kransen.

 

Free Joomla templates by Ltheme