Wetenschappelijke namen

De wetenschappelijke namen van planten en schimmels zijn samengesteld uit het het geslacht (genus) met daarachter een bijvoeglijk naamwoord dat de soort bepaalt. In deze woordelijst is een begin gemaakt met een verklarende woordenlijst van de wetenschappelijke bijvoeglijke naamwoorden. Deze lijst is verre van compleet, maar zal steeds verder worden aangevuld.
De wetenschappelijke namen zijn gebaseerd op de Latijnse taal. In de Latijnse taal wordt de uitgang van de bijvoeglijke naamwoorden aangepast aan het zelfstandig naamwoord dat eraan vooraf gaat. Is dat mannelijk, vrouwelijk of onzijdig kan het varieren van -us, -a of -um. In de lijst hebben we voor het gemak de uitgang -us aangehouden. De uitgang -is duidt meestal op 'van' in de betekenis van waar vandaan.

A  B  C  D  E  F  G  H  I   J  K  M  L  M  N  O  P  Q  R  S  T   U  V  Z

A

   
abundus   rijkelijk, overvloedig
acaulis   stengelloos / zonder stengel
acetosus   zuur
acer   scherp
acerbus   scherp, ruw, wrang
acetinosus   azijnzuurachtig
acris   scherp
aculeatus   stekelig
acutus   spits
adiposus   vet, vettig
adustus   aangebrand
aestivus   zomer- / zomers
aethiopicus   uit Ethiopië
africanus   uit Africa, Afrikaans
aggregatus   opeengehoopt
alatus   gevleugeld
albidus   witachtig, bleek
albiflorus   witbloemig
albus   wit
alpestris   Alpen- / uit de Alpen
alpinus   Alpen-
alternifolius   met afwisselend geplaatste bladeren
alutaceus   geelwit, bleekgeel
altissimus   zeer hoog
amabilis   beminnelijk
amarus   bitter
ambiguus   twijfelachtig
americanus   Amerikaans, uit Amerika
amphibius   in water en op land voorkomend
amplexicaulus   stengelomvattend
anglica   Engels, uit Engeland
angustifolius   smalbladig
annuus   eenjarig
anomalus   ongelijk, oneffen, onregelmatig, afwijkend
applanatus   afgeplat
applicatus   vastgeplakt
aquaticus   water-
aquatilis   water-
aquifolius   scherpbladig
arachnoideus   spinnewebachtig
arborescens   boom-, boomachtig
arboreus   boom-, boomachtig
argenteus   zilverkleurig
argillaceus   matwit, kleiwit
argutifolius   schepbladig
argutus   met scherpgezaagde rand
argylraceus   zilverglanzend
arvensis   akker-
armillatus   met banden
asiaticus   Aziatisch
ascendens   opstijgend
aspor   ruw, bitter
asperus   ruw / ruwbladig
ater   zwart
atratus   zwart / dofzwart / rouw-
atrus   zwart
atrorubens   donkerrood
atrovirens   donkergroen
autumnalis   herftst- / najaars-
aurantiacus   oranje
aureus   goudkleurig / gouden
auricomus   goudharig
auriculatus   geoord
austriacus   Oostenrijks
autumnalis   herfst-
avenaceus   haver- / haverachtig
azureus   hemelsblauw

B

   
baccatus   met bessen
badius   kastanjebruin
barbatus   gebaard
belgicus   Belgisch, uit België
bicolor   tweekeurig
biennis   tweejarig
biflorus   tweehoofdig / tweebloemig
bifolius   tweebladig
bilobus   tweelobbig
bipennatus   dubbelgeveerd
bituminosus   pek-
bivelus   tweesluierig / met 2 sluiers
blandus   mooi, bekoorlijk
blennos   slijmerig
borealis   uit Noordelijke streken
bovinus   rund- / runder- / koe- / koeien- / van de koe
brevis   kort / kortdurend
brumalis   laatbloeiend / laat in het jaar aanwezig
brunneus   bruin
bulbosus   knol-
bulgaricus   Bulgaars
butyraceus   boterachtig / vettig

C

   
caelatus   gegraveerd
caeruleus   blauw / donkerblauw
caesius   grijsblauw
campester   veld-
campanulatus   klokjes-, klokjesvormig
camphoratus   naar kamfer ruikend
canadensis   Canadees / uit Canada
candicans   witachtig / wittig
candidulus   witachtig
candidus   helderwit
canescens   grijs, grijsachtig
caninus   honds-
capillaris   haarfijn vertakt
capitatus   knopvormig
capnoides   rookgrijs
cardinalis   scharlakenrood
carinatus   met kiel
carneus   vleeskleurig
caulicinalis   van de stengel / stengel-
cavus   hol
ceraceus   wasachtig
chamaeleontina   wisselend van kleur
ciliatus   gewimperd
cinerarius   asgrijs
cinereus   asgrijs
citrinus   citroengeel
chloros   geelgroen
cibarius   eetbaar
cinerascens   naar asgrijs verkleurend
cinereus   asgrijs
cinnabarinus   vermiljoenrood
cinnamomeus   kaneelkleurig
cirratus   gekruld / krullend
clausus   gesloten
claviculatus   met ranken
coccineus   karmijnrood
coloratus   gekleurd
cochleatus   spiraalvormig
cohaerens   samenhangend / verbonden
columbarius   duif-
collinitus   plakkerig
colossus   reusachtig
communis   gewoon, algemeen
comatus   met kuif / gekuifd
comosus   met kuif / gekuifd
comedens   opetend / verterend
communis   gewoon / algemeen
conchatus   schelpvormig
confluens   samenvloeiend
confragosus   bobbelig / oneffen / gerimpeld
confusus   verward / verwarrend
conglobatus   opeenhopend
conicus   kegelvormig
connatus   samengroeiend / vergroeid
contiguus   elkaar rakend
contortus   gedraaid
controversus   tegenoverstaand / scherp (van smaak)
convolvulus   windend
cordatus   hartvormig
cordifolius   met harvormig blad
corneus   hoornachtig
corniculatus   gehoornd
cornutus   gehoornd
coronarius   kroonvormig
corrugis   gerimpeld / geplooid
corymbosus   tuilvormig
crenatus   gekarteld
crispus   krul- / gekruld / gekroesd
cristatus   hanenkamdragend
croceus   saffraankleurig / oranjegeel
crystallinus   kristalhelder
cuticularis   met huidje / huidachtig
cyanus   donkerblauw

D

   
daedaleus   kunstig bewerkt
decolorans   kleur verliezend, verblekend
decumbens   liggend
decussatus   kruislings geplaatst
deliciosus   zeer lekker, smakelijk
delicus   speen- / gespeend
deltoides   driehoekig
demersus   ondergedoken / onderwater groeiend
densiflorus   dichtbloemig
densus   dicht, dichtopeen
dentatus   getand
denticulatus   fijngetand
depallens   verblekend
destruens   vernietigend / verwoestend
digitatus   vingervormig
dilutus   verdund / bleek
dioicus   tweehuizig
discolor   verschillend van kleur/ bont
dispersus   verspreid
disseminatus   uitgezaaid / talrijk
diversifolius   ongelijkbladig
domesticus   inheems, binnenlands
drimus   scherp (van smaak) / bitter
dryinus   op eik levend / eik-
dulcis   zoet

E

   
eburneus   ivoorwit / ivoorkleurig
edulis   eetbaar/ smakelijk
elatior   hoog / vrij hoog
elatus   hoog / verheven
elegans   elegant / sierlijk / kieskeurig
emeticus   braak- / braak opwekkend
equestris   ridder- / ruiter-
erebius   donkergekleurd
erectus   opgericht
ericetorum   heide- / van de heide
erinaceus   gestekeld / gedoornd
esculentus   eetbaar
euchroa   mooi gekleurd
europeus   Europees
evolvens   openspreidend / uitrollend / ingerold
exoriatus   ontveld

F

   
fascicularis   in bundels groeiend / gebundeld
fastidibilis   vervelend / walgelijk
fastigiatus   vertakt (met takken van gelijke lengte)
farinosus   melig
felleus   bitter als gal
ferrugineus   roestkleurig / roestbruin
fidus   gespleten / in slippen verdeeld
filiformis   draadvormig
fimbriatus   franjeachtig gewimperd
fistulosus   buisvormig
flaccidus   slap
flavus   bleekgeel
floribundus   veelbloemig
fluitans   drijvend / vlottend
foetens   stinkend
foliaceus   bladachtig
formosus   mooi / fraai
foetidus   stinkend
fragilis   breekbaar / fragiel / broos
frondosus   met groot bladerdak
fructicosus   vruchtdragend
fuligineus   roetzwart
fumosus   rookkleurig / grauw
furfuraceus   zemelig geschubd

G

   
galericulatus   gemutst, een mutsje dragend
gallicus   Frans
gausapatus   wollig
gelatinosus   gelatineus, gelatineachtig
gemmatus   met edelstenen bezet
germanicus   Duits
gibbosus   gebobbeld / gebocheld
giganteus   reuzen-
glaber   kaal, onbehaard
glabrus   kaal, onbehaard
glutinosus   kleverig 
glacialis   gletsjer-
glandulosus   beklierd
glaucus   blauwgroen
globatus   opeengehoopt, dicht opeen
gloeos   kleverig
glutinosus   zeer kleverig
gracilis   slank, dun
grandiflorus   grootbloemig
granulatus   korrelig
grameneus   gras-
graveolens   stinkend / sterk ruikend
griseus   grijs
gummosus   kleverig, plakkerig

H

   
haemorrhoidarius   bloedrood kleurend
helvus   isabellakleurig, perkamentkleurig
hepaticus   leverkleurig / levervormig
hinnulens   reebruin
hirsutus   borstelig behaard, ruig
hirtus   stijf behaard
hispanicus   Spaans
hispidus   ruig, borstelig, stijf behaard
humilis   laag

I

   
icterinus   geel / geelzucht hebbend
incanus   grijs
imbricatus   dakpansgewijs bedekt
impolitus   dof, stoffig
impudicus   onbeschaamd / onzedelijk
incarnatus   vleeskleurig
inclinatus   gebogen
inflatus   opgeblazen
infractus   ongebroken
inopinatus   onverwacht / verrassend
inquinans   vervuildend / vlekkend
insulus   smakeloos
integer   heel, gaaf
integrifolius   gaafrandig
involutus   ingerold

J

   
japonica   Japans
junceus   biesachtig
junialis   juni- / bloeiend in juni

L

   
laccatus   gelakt, lakrood
lacer   ingescheurd, verscheurd
lactescens   melkgevend
lacunosus   vol deuken, vol kuilen
laevigatus   glad, gepolijst
lanatus   gestreept
lanceatus   lansvormig
lanuginosus   wollig, wollig behaard
latericius   steenrood
latifolius   breedbladig
lenticularis   lensvormig
lentinus /  lentus   buigzaam / taai / kleverig
leoninus   leeuwgeel, taankleurig
lepidus   lief, bevallig
leucos   wit
levigatus   glad, gepolijst
litoreus   kust-
lividus   loodblauw, loodgrauw, loodkleurig
lubricus   vettig, glibberig
lucidus   glanzend
lucifugus   lichtschuw
lungifolius   langbladig
luridus   lijkkleurig, vaal
luteus   geel
luteolus   geelachtig

M 

   
macrophyllus   grootbladig
maculatus   gevlekt
majalis   mei- /bloeiend in mei
major   groter
mammosus   tepelvormig, met tepels
marasmos   zeer dun / uitgedroogd
marginatus   gerand, met rand in andere kleur
maritimus   zee- / strand- 
maurus   Moors / donkerkleurig
masculus   mannelijk
medius   middelste
melleus   honing-, honingkleurig, honingzoet
metatus   kegel-, kegelvormig
micaceus   glinsterend als mica
microphyllus   kleinbladig
militaris   soldaat- 
miniatus   menierood
minimus   dwerg- / klein
minor   klein, kleinere
mitis   zacht, mild
mollis   zacht
montanus   berg-
mucius   slijmerig
mucosus   zeer slijmerig
muricatus   zachtstekelig
mutabilis   veranderlijk

N

   
nanus   dwerg-, klein
natans   drijvend
nebularis   bewokt, nevelkleurig
nemorosus   bos-
nidorosus   aangebrand / naar gebakken vet ruikend
niduclans   nestjesvormend
niger   zwart
nigrescens   zwartwordend
nigricans   zwartachtig
nigrus   zwart / donkerkleurig
nivalis   sneeuw-
niveus   sneeuwwit
nodosus   knopig
nudicaulis   naaktstengelig (met stengel zonder bladeren)
nudus   naakt
nutans   knikkend
nititus   glanzend / schitterend

O

   
oblungus   lang / langbladig
obscurus   donker, duister
obtusifolius   stompbladig
occidentalis   Westers
ochros   okergeel
odoratus   welriekend / geurend
officinalis   geneeskrachtig
olens   riekend
olivaceus   olijfkleurig, olijfvormig
oppositifolius   tegenovergesteldbladig
orbicularis   circelvormig
orellanus   oranjerood
ovalifolius   ovaalbladig

P

   
paleaceus   kafschubbig
paludosus   moeras-
palustris   moeras-
panaiolus   zeer bont
paniculatus   pluimvormig
pantherinus   panterachtig gevlekt
papilionaceus   vlindervormig, vlinderachtig
parasiticus   parasiterend
parviflorus   kleinbloemig
patulus   openstaand
pectinatus   kamvormig
pelios   donkerblauw
pellitus   dicht behaard
peltatus   schildvormig
pendulinus   hangend
pendulus   hangend / afhangend
perennis   overblijvend
perforans   doorborend
perlatus   bepareld, met parels bezet, parel-
persicus   Turks / Perzisch
personatus   gemaskerd
petiginosus   schruftig
picaceus   eksterachtig
piceus   pikzwart
pilosus   behaard
piperatus   gepeperd, scherp smakend
platus   breed, plat
plicatus   geplooid, gevouwen
plumbeus   loodkleurig, loodgrauw
poeticus   dichters-
politus   glad, gepolijst
portentosus   mismaakt, monsterachtig
praecox   vroegbloeiend
praetervisus   miskend, vergeten, over het hoofd gezien
pratensis   weide- / veld-
procerus   lang, slank, hoog
procumbens   liggend / kruip-
psathuros   teer, breekbaar, bros
pubescens   donzig / zacht
pudorinus   blozend
puniceus   purperrood
purpureus   paars
purus   puur, zuiver, rein

Q

   
quietus   vreedzaam, mild
quisquiliaris   afval-

R

   
racemosus   tros-
radiatus   stralend
radicatus   wortelend
radicosus   met veel wortels
ramosus   vertakt
repandus   uitgeschulpt
repens   kruipend
reptans   kruipend
retirugus   met netvormige plooien
rimosus   gebarsten, gespleten
rivulosus   beek-
robur   donkerkleurig / hard
robustus   krachtig, sterk
roseus   rozen- / rozenrood
rotundifolius   rondbladig
rubellus   rood
rubescens   roodkleurend / roodachtig
rubiginosus   roestbruin
rubrus   rood
rufus   rossig, roodbruin
rugosus   gerimpeld
rupestris    rots-
russulus   roodachtig
rutilans   oranjegeel

S

   
saccatus   zakvormig, met zak
salicinus   wilgenblad-
sagittifolius   met pijlvormig blad
salvifolius   saliebladig
sanguineus   bloed- / bloedrood
sativus   gezaaid, gekweekt
saxatilis   steen- / rots-
scaber   ruw
scorodonius   knoflook- / naar knoflook ruikend
scorbidulatus   gegroefd / met kuiltjes
scutellatus   schotelvormig
sedoides   vetbladig
semperflorens   altijdbloeiend
sempervirens   groenblijvend
sepiarius   heggen-
septicus   rotting veroorzakend
sericeus   zijdeachtig
serifluus   waterachtig / melkgevend
serotinus   laatbloeiend
setigerus   borstelig behaard, stijf behaard
serrulatus   fijngezaagd
sexangulare   zeshoekig
sinapizans   mosterd-, naar mosterd smakend
sinensis   Chinees / uit China
sinuosus   bochtig, kronkelig
sordidus   vies, goor
spadiceus   dadelbruin
speciosus   opvallend mooi
spectabilis   pracht-
spicatus   geaard, in een aar
splendens   schitterend
spinosus   gedoornd, doornig, stekelig
spissus   dicht, dichtopeen
squamosus   geschubd
squarrosus   met uitsteeksels bezet
stanneus   tinkleurig
stellatus   stervormig / met sterren
supinus   liggend
stellatus   stervormig
stercorarius   mest- / naar drek stinkend
stereos   hard
stictus   gestippeld
stillatus   gedruppeld
stipticus   bloedstelpend
striatus   gestreept
strictus   stijf
sylvaticus   bos-
sylvestris   wild

   
terrestris   grond- / op de grond groeiend
terreus   aardkleurig
tigrinus   tijgerkleurig
tinctorius   verf-
tomentosus   viltig, viltig behaard
torminosus   krampverwekkend
torvus   grimmig
tremellosus   trillend, bevend
tricolor   driekleurig
trifoliatus   driebladig
trilobus   drielobbig
tuberculosus   knobbelig
tuberosus   knol- / knoldragend

U 

   
udus   vochtig
umbellatus   scherm- / schermbloemig
umbelliferus   schermdragend
umbrosus   schaduw-
undulatus   golvend / gegolfd
uniflorus   eenbloemig
uraceus   verbrand / zwartbruin
urens   brandend, scherp van smaak
uvidus   vochtig

   
variabilis   veranderlijk
variegatus   bontgekleurd, gevlek
vellereus   met dikke vacht
veris   echt
vernalis   lente- / voorjaars-
vernus   lente- / voorjaars-
verrucosus   wrattig
verticillata   krans- /  in kransen
vescus   zwak, klein, flauw
villosus   viltig
vibevinus   gestreept, met striemen
vibratilis   trillend
vietus   verwelkt, verlept
violaceus   paars,violet
virescens   groenwordend / groenachtig
virgineus   maagdelijk
viridus   zeegroen
virosus   giftig
viscidus   kleverig
viscosus   kleverig
vitellinus   dooiergeel
vitilis   gevlochten
vulgaris   gewoon

   
zonatus   gezoneerd
Free Joomla templates by Ltheme