Hallucinogene stoffen
Het is bekend dat sommige paddenstoelen stoffen aanmaken die ons brein beïnvloeden. Iedereen kent de term “Paddo’s”, waarmee paddenstoelen aangeduid worden, die de hallucinogene stoffen psilocybine of psilocine bevatten, of beide. Deze stoffen zijn genoemd naar het paddenstoelengeslacht Psilocybe, de Kaalkopjes. En hoewel met de naam paddo’s meestal soorten uit Mexico en Zuid-Amerika worden bedoeld (zoals de Psilocybe cubensis of de P. mexicana), komen in de Nederlandse natuur ook soorten van dit geslacht voor met psychedelische werking, zoals het Puntig kaalkopje (P. semilanceata), of het Blauwwordend kaalkopje (P. cyanescens).
De Kaalkopjes zijn niet de enige paddenstoelen met hallucinogene of geestverruimende substanties. De welbekende vliegenzwam (Amanita muscaria) bevat muscimol, muscazone en iboteenzuur, die inwerken op onze geest, maar is giftig bij hogere doseringen. Ook zijn er truffels die psilocine en psilocybine bevatten. De kans om deze tegen te komen is overigens erg klein, omdat ze ondergronds leven en niet in Nederland voorkomen.
Sjamanistische rituelen
Door de eeuwen heen hebben volkeren over de hele wereld de werking van ‘paddo’s’ ontdekt en gebruikt om in euforische of tranceachtige staat te geraken. Sjamanen gebruikten ze, soms in geheime rituelen, om bijzondere ervaringen op te roepen, zoals het in contact treden met overledenen, buiten het lichaam treden, of om op een ander bewustzijnsniveau te geraken, en om met de Goden te communiceren. Ook de heksenzalf, die heksen op hun lichaam zouden hebben gesmeerd om te kunnen vliegen, zou hallucinogene bestanddelen van paddenstoelen hebben bevat. Filosofen en monniken hebben paddenstoelen gebruikt om dichter bij de waarheid of bij God te komen.
Genetisch verwantschap
De stoffen in paddenstoelen die op onze geest inwerken, Psilocine en psilocybine, en ook baeocystine - dat ook in paddo’s zit - zijn erg verwant met de in ons lichaam voorkomende neurotransmitter serotonine, die wordt aangemaakt in de hersenen en van invloed is op o.a. onze stemming, slaap, eetlust, emotie, voortplanting of zelfvertrouwen. Serotonine heeft daarnaast een dopamine-stimulerende en -regulerende werking. Dopamine is ook een neurotransmitter, die met name in verband wordt gebracht met geluk, genot, welzijn en blijdschap. Serotonine is daarom indirect van invloed op dit soort stemmingen.
Hoe komt het zo dat sommige schimmels – en planten ook, overigens, denk aan Cannabis of Papaver - substanties aanmaken die inwerken op ons brein? Hoe komt het dat die stoffen zelfs nauw verwant zijn met stoffen die wij ook aanmaken in ons lichaam? En dat ze in ons lichaam worden herkend door de receptoren op onze cellen, waardoor ze reacties op gang kunnen brengen, en dus een bepaald effect kunnen sorteren in onze hersenen, zoals dat gebeurt met deze hallucinogene stoffen?
Evolutie
Daarvoor moeten we terug naar de naar de evolutie van het leven op aarde volgens de fylogenetische stamboom. Dat is de stamboom die de evolutionaire geschiedenis van bepaalde groepen verwante biologische soorten weergeeft. Daarin zijn drie hoofdvertakkingen, de domeinen, te zien. Eén daarvan is dat van de Eukaryota. Pas aan het einde van deze vertakking splits hij in drieën(*): de schimmels, de planten en de dieren, waar ook wij mensen toe behoren.
(Door This vector version: Eric Gaba (Sting, fr:Sting), Cherkash - NASA Astrobiology Institute, found in an article, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1201601)
Het overgrote deel van de miljardenjaren durende evolutionaire geschiedenis hebben dieren en mensen dus gemeenschappelijk met schimmels en planten, en daarmee ook een groot deel van onze genen, dat belangrijke levensprocessen regelt, zoals spijsvertering en voortplanting. Een aantal chemische stoffen, die wij associëren met dierlijk of menselijk gedrag – denk aan hormonen of neurotransmitters - bestond al vóór de opsplitsing in deze drie rijken(*). Het is die gezamenlijke evolutie met schimmels of planten in ons, die maakt dat zulke stoffen in ons lichaam nog altijd herkend worden door de receptoren van onze cellen. En dat geldt dus ook voor onze zenuwcellen.
Het verklaart waarom paddo’s of andere hallucinogene paddenstoelen, of planten, invloed kunnen hebben op onze geest. Onze zenuwcellen zien de, wat wij geestverruimende stoffen noemen, aan voor lichaamseigen neurotransmitters.
Daar kunnen we ons voordeel mee doen, bijvoorbeeld bij een tekort aan de door onszelf aangemaakte serotonine of dopamine, waardoor bepaalde psychologische ziektebeelden kunnen ontstaan. Dan kunnen stoffen uit schimmels, met name psilocybine, gebruikt worden als basis van medicijnen, om die tekorten in ons lichaam aan te vullen. Uit recent onderzoek (NRC, 18-07-2024) blijkt dat een hoge dosis aan psilocybine de connecties tussen bepaalde hersegbebieden die gewoonlijk samenwerken, ontregelt, maar bepaalde hersennetwerken, die normaal gescheiden zijn, juist verbonden worden. Denkprocessen worden associatiever, wat vastgeroeste denkparonen kan doorbreken.
Het is wonderlijk dat vanwege onze evolutionaire afstamming stoffen die door paddenstoelen worden aangemaakt, bijzondere effecten kunnen bewerkstelligen in ons brein. Paddo’s zijn sinds 2008 verboden in Nederland, maar onderzoek naar de stoffen die ze produceren, is nog volop aan de gang.
(*de opsplitsing van de Eukaryota in deze drie rijken, nl. schimmels, dieren, planten staat overigens zeer ter discussie, en tegenwoordig worden meer rijken onderscheiden.)